Zomertijd

Gepubliceerd op 10 april 2020 | Last revision 27 december 2022

De zomertijd is een periode van het jaar waarin de tijd één uur vooruit wordt gezet. De tijdnotatie wordt dan niet UTC+1 maar UTC+2, waardoor wij in de zomer dezelfde tijd hanteren als veel landen in Centraal-Afrika die geen zomertijd gebruiken. In de zomer is het aantal zonuren groter dan in de winter. Wanneer de zon in de zomer opkomt liggen de meeste mensen nog te slapen. Met het vooruit zetten van de tijd komt het dagritme van de mens beter overeen met het aantal uren daglicht op een dag.

De zomertijd duurt altijd 7 maanden en start op de laatste zondag van maart en eindigt op de laatste zondag van oktober. Dit betekent dat de start- en einddatum van de zomertijd elk jaar verschilt. In 2018 begon de zomertijd op 25 maart, terwijl dit in 2019 op 31 maart zal zijn. De andere 5 maanden in het jaar geldt de wintertijd(linken), die 1 uur voorloopt op de standaardtijd UTC.

Wanneer zomertijd?

Vroeger werd de tijd bepaalt door de zon. Men had dan hetzelfde dagritme als het ritme van de zon. Wanneer de zon opkwam stonden de mensen op en wanneer de zon onderging, gingen de mensen naar bed. Pas vanaf de 19e eeuw begon men na te denken over het eventuele aanpassingen, al lag de nadruk meer aan het aanpassen van het dagritme van de mens. Rond het jaar 1900 kwamen er meer voorstellen van prominente wetenschappelijke figuren om de tijd aan te passen.

De eerste landen die gebruik gingen maken van de zomertijd waren het Duitse Keizerrijk en Oostenrijk-Hongarije op 30 april 1916 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ondanks dat Nederland neutraal was tijdens de oorlog werd de zomertijd ook bij ons ingevoerd. Dit gebeurde de volgende dag al, op 1 mei 1916. Het Verenigd Koninkrijk volgde op 21 mei 1916 en al snel voerden ook de andere landen die betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog de zomertijd in. 

Tot de jaren 70 werd de zomertijd veelvuldig afgeschaft en weer ingevoerd. Pas vanaf de jaren 70, onder andere door de oliecrisis en de energiecrisis, waren veel landen genoodzaakt om definitief de zomertijd in te voeren. Nederland deed dit in 1977.

Waarom zomertijd?

Het belangrijkste doel van de invoering van de zomertijd was om beter gebruik te maken van natuurlijk licht. Voornamelijk geïndustrialiseerde samenlevingen, zoals Nederland, volgen over het algemeen een op de tijd gebaseerde dagelijkse schema. Een werkdag van 9 uur ‘s ochtends tot 5 uur ‘s middags is heel gewoon, maar komt het vaak voor dat het delen hiervan donker is. De werktijd is dan het uitgangspunt in plaats van de uren daglicht. In plaats van het aanpassen van de werktijden aan het daglicht, werd het daglicht aangepast aan de werktijden. 

Daarnaast werd de zomertijd ook om economische reden ingevoerd. Zo was de gedachte dat, wanneer de tijd een uur vooruit ging, er minder elektriciteit zou worden gebruikt in het land en dat men deze bespaarde energie kon gebruiken voor onder andere de wapenindustrie.

Zomertijd afschaffen

De zomertijd afschaffen, je hoort het steeds vaker. De laatste jaren komt elk jaar de discussie weer terug: moet de zomertijd wel worden behouden? En is de zomertijd niet meer van deze tijd? De Europese Unie kijkt wat de mogelijkheden zijn voor het aanhouden van één tijd het hele jaar door. Veel landen binnen de Europese Unie staan hier niet erg positief tegenover. Zij willen meer onderzoek naar de voordelen en nadelen van het aanhouden van één tijd.

Welke landen gebruiken de zomertijd?

Niet alle landen op de wereld gebruiken de zomertijd. Wanneer je je rond de evenaar bevindt, merk je dat dag en nacht vrijwel even lang duren (elke 12 uur). De landen die dus rond de evenaar liggen gebruiken geen zomertijd omdat dit vrijwel geen effect heeft. Veel landen die dicht bij de Noordpool en Zuidpool zijn merken een groter verschil in dag en nacht. Hoe dichter het land bij één van de polen ligt, hoe meer daglicht het land heeft in de zomer. Voor landen die erg dicht bij één van de polen liggen, zoals bijvoorbeeld IJsland, heeft het invoeren van de zomertijd niet zoveel zin. Een IJslandse zomerdag heeft ongeveer 19 uur daglicht, terwijl op 1e kerstdag in Reykjavik er maar 4 uur daglicht is.

De landen die wel de zomertijd gebruiken zijn voornamelijk landen die zich bevinden tussen de poolcirkels en de keerkringen omdat tijdens de zomerperiode de uren daglicht verschuiven en minder goed gelijk lopen met de dagelijkse activiteiten.